Irene van der Laan (1958) kwam op 15-jarige leeftijd
in aanraking met de volksmuziek, toen zij bij een demonstratie volksdansgroep ging dansen.
Tot haar 40ste is ze in demonstratiegroepen blijven
dansen, waarbij de nadruk lag op West-Europese dansen
en muziek. Naast dansen lag haar hart bij het zingen
en ze zong vanaf haar 17e zowel in diverse koren
(van klassiek tot soul) als in bandjes (underground muziek en later folk soul).
Toen ze stopte met dansen in demonstratiegroepen (want natuurlijk stop je nooit met dansen!) bleef de
volksmuziek trekken. Ze zocht naar een instrument waarbij ze zingen en spelen kon combineren in de muziekstijl die haar aansprak en begon in 2001 met de draailier. Sindsdien speelt ze fanatiek op een Siorat en speelde in de balfolkgroepen het Groot Ad Hoc-orkest, en En Passant; in Kaproen met o.a. middeleeuwse muziek en in Cat in the Corner met Keltisch repertoire. In deze groepen speelt ze naast haar geliefde draailier ook bodhran, lepels en zingt ze. Daarnaast speelt ze wel eens mee in gelegenheidsgroepjes. Als hobby maakt zij al 20 jaar objecten in de technieken: glas in lood en tiffany. Zij werkt in de hypotheken en verzekeringsbranche. Sinds kort heeft ze een nyckelharpa.